ECLI:NL:CRVB:2007:AZ9239
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- A.T. de Kwaasteniet
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van het Uwv inzake WAO-schatting en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle - Lelystad van 14 oktober 2004, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd behandeld. Het Uwv had appellant een WAO-uitkering toegekend met een arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%, maar na bezwaar en een eerdere uitspraak van de rechtbank, werd deze uitkering herzien. Op 13 december 2006 heeft het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant vastgesteld op 65 tot 80%. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de eerdere besluiten van het Uwv, waaronder het besluit van 24 december 2003, dat het bezwaar ongegrond verklaarde.
Tijdens de zitting op 12 januari 2007 is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het Uwv niet vertegenwoordigd was. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het besluit van 13 december 2006 stand kan houden. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende functies heeft voorgehouden die binnen de belastbaarheid van appellant vallen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het besluit van 24 december 2003 gegrond verklaard.
Daarnaast heeft de Raad het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering en de proceskosten van appellant in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep. De totale kosten voor rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 644,- voor beide procedures. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 23 februari 2007.