ECLI:NL:CRVB:2007:AZ8565

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-3912 WVG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering woonvoorziening op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten na overlijden appellant

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een woonvoorziening had aangevraagd op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten. De appellant, die leed aan de ziekte van Duchenne, had verzocht om dubbele beglazing en spouwmuurisolatie in de ouderlijke woning vanwege temperatuurverschillen en vochtproblemen. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven heeft het verzoek op 27 april 2004 afgewezen. De rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep tegen deze afwijzing ongegrond in haar uitspraak van 27 mei 2005.

De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 15 november 2006, maar partijen zijn niet verschenen. De Raad constateert dat de gevraagde voorzieningen nog niet zijn gerealiseerd en dat er geen kosten zijn gemaakt door de appellant in verband met deze voorzieningen. Aangezien de appellant in 2006 is overleden, is er geen belang meer bij het verstrekken van de gevraagde voorzieningen. Dit leidt tot de conclusie dat er geen rechtens te honoreren belang meer bestaat bij een beoordeling van de aangevallen uitspraak.

De Raad verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat er geen verzoek om schadevergoeding is gedaan en er dus geen procesbelang meer is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en G.M.T. Berkel-Kikkert en J.N.A. Bootsma als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 februari 2007, in aanwezigheid van griffier S.R. Bagga.

Uitspraak

05/3912 WVG
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 mei 2005, 04/1553 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven (hierna: College)
Datum uitspraak: 7 februari 2007
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. dr. M.F. Vermaat, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op 15 november 2006, waar partijen niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
Appellant, overleden [in] 2006, leed aan de ziekte van Duchenne. Hij woonde ten tijde in geding bij zijn ouders. In verband met door hem in de ouderlijke woning ervaren temperatuurverschillen en vochtproblemen heeft appellant het College verzocht om hem op grond van het bepaalde bij en krachtens de Wet voorzieningen gehandicapten een woonvoorziening in de vorm van dubbele beglazing en spouwmuurisolatie toe te kennen.
Bij besluit op bezwaar van 27 april 2004 heeft het College het verzoek van appellant afgewezen.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 27 april 2004 ongegrond verklaard.
De Raad stelt vast dat de gevraagde voorzieningen nog niet zijn aangebracht. Niet is gebleken van door appellant in verband met de gevraagde voorzieningen reeds gemaakte kosten. Wegens het overlijden van appellant is er thans geen grond meer om de gevraagde voorzieningen te verstrekken. Een en ander brengt mee dat er geen rechtens te honoreren, tot de persoon van appellant te herleiden belang meer bestaat bij een beoordeling door de Raad van de juistheid van de aangevallen uitspraak. Nu ook geen verzoek om schadevergoeding is gedaan, is geen sprake (meer) van enig procesbelang, zodat het hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons als voorzitter en G.M.T. Berkel-Kikkert en J.N.A. Bootsma als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van S.R. Bagga als griffier, uitgesproken in het openbaar op 7 februari 2007.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) S.R. Bagga.