ECLI:NL:CRVB:2007:AZ8338
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van prematuur bezwaar tegen arbeidsongeschiktheidsuitkering na auto-ongeluk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had zich ziek gemeld na een auto-ongeluk en verzocht het Uwv om zijn uitkering te herzien op basis van artikel 39a van de WAO. Het Uwv weigerde dit en verklaarde het bezwaar van appellant tegen hun besluit prematuur. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant niet-ontvankelijk voor het deel dat betrekking had op de herziening van de uitkering, maar verklaarde het beroep tegen de ongegrondverklaring van het bezwaar ongegrond. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het bezwaarschrift van appellant ten onrechte als prematuur heeft aangemerkt. De Raad stelt vast dat de gemachtigde van appellant in zijn bezwaarschrift duidelijk heeft aangegeven dat er geen beslissing was genomen op het verzoek van 12 februari 2003. De Raad concludeert dat het Uwv zich had moeten beperken tot het geven van een beslissing op het bezwaar tegen het besluit van 14 februari 2003. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, voor zover deze betrekking hebben op het besluit van 24 juli 2003, en verklaart het beroep in zoverre gegrond.
Daarnaast wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1288,- voor verleende rechtsbijstand in zowel de eerste aanleg als in hoger beroep. Tevens dient het Uwv het betaalde griffierecht van € 134,- aan appellant te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 13 februari 2007.