ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7618

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/990 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit Uwv over arbeidsongeschiktheidsuitkering

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 januari 2005, waarin het beroep gegrond werd verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van het Uwv in stand werden gelaten. Appellante had een aanvraag ingediend voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), maar het Uwv weigerde deze aanvraag op basis van hun besluit van 30 december 2003. Het Uwv stelde dat appellante op 26 januari 2004 niet in staat was haar eigen werk als steksteekster uit te voeren, maar wel in staat was om gangbare arbeid te verrichten die een loon oplevert dat gelijk is aan haar maatvrouwloon.

Tijdens de zitting op 8 december 2006 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. M.K. Dekker. De Raad oordeelde dat de rechtbank de beroepsgrond van appellante, dat haar beperkingen door het Uwv waren onderschat, terecht had verworpen. Appellante had geen medische gegevens overgelegd ter ondersteuning van haar stelling, en de informatie van haar behandelende psycholoog was door de verzekeringsarts in zijn afweging meegenomen. De Raad zag geen aanleiding om een deskundige te raadplegen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, voor zover deze was aangevochten, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van T.R.H. van Roekel als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 19 januari 2007.

Uitspraak

05/990 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellante], wonende te [woonplaats] (hierna appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 januari 2005, 04/1722,
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 19 januari 2007
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante is hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 december 2006. Appellante is met voorafgaand bericht niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.K. Dekker.
II. OVERWEGINGEN
Het inleidende beroep richt zich tegen het besluit van het Uwv van 28 april 2004 tot handhaving van zijn besluit van 30 december 2003, waarbij het Uwv heeft geweigerd appellante een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen.
Het bestreden besluit gaat er van uit dat appellante op 26 januari 2004 door ziekte of gebrek niet in staat is tot het verrichten van haar eigen arbeid als steksteekster, maar met gangbare arbeid een loon kan verdienen dat (ten minste) gelijk is aan haar maatvrouwloon.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het door haar vernietigde besluiten van 28 april 2004 in stand gelaten. Tegen dat laatste richt appellante zich in hoger beroep met de stelling dat de voor haar geldende, uit ziekte of gebrek voortvloeiende beperkingen door het Uwv zijn onderschat. Die beroepsgrond is naar het oordeel van de Raad terecht en juist door de rechtbank verworpen. Appellante heeft geen medische gegevens overgelegd ter ondersteuning van haar stelling. De door haar behandelende psycholoog verstrekte informatie is door de (bezwaar-)verzekeringsarts in zijn afweging betrokken en geeft de Raad geen aanleiding om een deskundige te raadplegen.
De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam. De beslissing is, in tegenwoordigheid van T.R.H. van Roekel als griffier, uitgesproken in het openbaar op 19 januari 2007.
(get.) R.C. Stam.
(get.) T.R.H. van Roekel.