ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7205
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C. van Viegen
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdige betaling griffierecht en verzet ongegrond verklaard
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 16 januari 2007, betreft het een verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep van appellant. De uitspraak van de Raad van 13 juli 2006 had vastgesteld dat het griffierecht van € 105,-- niet tijdig was betaald, binnen de gestelde termijn van vier weken na de aangetekend verzonden brief van 4 mei 2006. Appellant had verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar op de zitting van 12 december 2006 waren partijen niet verschenen, inclusief het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen.
De Raad overwoog dat de niet-tijdige betaling van het griffierecht niet in strijd is met het recht op toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. De Raad merkte op dat de wetgever het recht heeft om een betalingstermijn voor te schrijven en dat niet-ontvankelijkheid kan volgen bij overschrijding van deze termijn. Appellant had eerder uitstel gekregen voor de betaling van het griffierecht, maar had hierop niet gereageerd.
Uiteindelijk concludeerde de Raad dat er geen nieuwe argumenten waren die de conclusie konden veranderen dat appellant in verzuim was. Het verzet werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door C. van Viegen, met P.C. de Wit als griffier aanwezig.