ECLI:NL:CRVB:2007:AZ6470
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- A.B.J. van der Ham
- P.C. de Wit
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzet tegen uitspraak van de rechtbank Zutphen inzake WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2007 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zutphen van 8 juni 2006. Appellant had verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Raad van 26 september 2006, waarin was bepaald dat tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen hoger beroep kan worden ingesteld. Tijdens de behandeling op 16 januari 2007 zijn partijen niet verschenen.
De Raad heeft in het verzet geen aanknopingspunten gevonden om de eerdere uitspraak te herzien. Er zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die een doorbreking van het appèlverbod zouden rechtvaardigen. De Raad heeft vastgesteld dat er geen evidente schending is van de eisen van een goede procesorde of van fundamentele rechtsbeginselen die een eerlijk proces waarborgen. Daarom heeft de Raad besloten het verzet ongegrond te verklaren.
De uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham, met P.C. de Wit als griffier. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de Raad en onderstreept de strikte toepassing van het appèlverbod in bestuursrechtelijke procedures.