ECLI:NL:CRVB:2007:AZ6003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H. Bolt
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan belang
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J. Staal-Olislaegers van Rechtshulp Noord, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen van 14 december 2005. Het hoger beroep betreft de beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over een bezwaar van appellante. Tijdens de procedure heeft het Uwv op 2 oktober (lees: november) 2006 een nieuw besluit genomen dat volledig tegemoetkomt aan de wensen van appellante. Dit besluit heeft geleid tot de conclusie dat er tussen partijen geen geschil meer bestaat. Hierdoor heeft appellante geen belang meer bij een oordeel van de Raad over de aangevallen uitspraak. De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad heeft tevens geoordeeld dat het Uwv, op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld. De kosten voor verleende rechtsbijstand in eerste aanleg en in hoger beroep zijn vastgesteld op € 322,-- per fase, wat resulteert in een totaalbedrag van € 644,--. Daarnaast is bepaald dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 140,-- vergoedt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met T. Hoogenboom als voorzitter, H. Bolt en B.M. van Dun als leden, en M.R.S. Bacon als griffier. De uitspraak vond plaats op 3 januari 2007.