ECLI:NL:CRVB:2006:AZ7213
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaard verzet tegen niet-ontvankelijkheid hoger beroep wegens niet tijdig betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2006 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Het hoger beroep was niet ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht van € 105,-- niet tijdig was betaald. De Raad had in zijn eerdere uitspraak van 13 juli 2006 vastgesteld dat de betaling van het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken na de aangetekend verzonden brief van 4 mei 2006 was voldaan. Appellant had verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar de Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een ander oordeel konden leiden.
Tijdens de zitting op 12 december 2006 waren partijen niet verschenen, maar de Raad heeft de zaak toch behandeld. De Raad benadrukte dat de wetgever het recht heeft om een betalingstermijn voor griffierechten voor te schrijven en dat het niet tijdig betalen van het griffierecht kan leiden tot niet-ontvankelijkheid. Appellant had eerder uitstel gekregen voor de betaling van het griffierecht, maar had op de brief van 4 mei 2006 niet gereageerd. De Raad concludeerde dat appellant in verzuim was en dat het verzet ongegrond moest worden verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de Raad verklaarde het verzet ongegrond.