ECLI:NL:CRVB:2006:AZ5246
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- H. van Leeuwen
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2006 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger-beroepschrift was gedateerd op 23 november 2005, maar de Raad ontving het pas op 29 november 2005. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het beroepschrift tijdig was verzonden, binnen de termijn van zes weken. Tijdens de zitting op 10 november 2006 was appellant niet verschenen, terwijl het Uwv zich liet vertegenwoordigen door drs. H. ten Brinke. De Raad concludeerde dat er geen omstandigheden waren die het overschrijden van de termijn verschoonbaar maakten. Het verzet werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met H. van Leeuwen als voorzitter en M.M. van der Kade en T.L. de Vries als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met S. Sweep als griffier.