ECLI:NL:CRVB:2006:AZ5061
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loondoorbetalingsverplichting en afwijzing WAO-aanvraag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: appellant) tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 16 november 2004. Betrokkene, werkzaam bij Oracle Nederland B.V. als Technical Writer, had zich op 21 mei 2002 ziek gemeld en op 17 januari 2003 een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingediend. De werkgever had onvoldoende re-integratie-inspanningen geleverd, wat leidde tot een loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever en de afwijzing van de WAO-aanvraag door appellant. De werkgever maakte bezwaar tegen de loonsanctie, waarop betrokkene als belanghebbende deelnam aan de bezwarenprocedure. De rechtbank verklaarde het beroep van betrokkene gegrond en vernietigde het bestreden besluit van appellant, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de zitting van de Raad werd duidelijk dat het onderzoek niet volledig was geweest, waarna de Raad besloot het onderzoek te heropenen. Uiteindelijk oordeelde de Raad dat appellant de uitspraak van 22 februari 2006 correct had geïnterpreteerd en dat het niet mogelijk was om een loonsanctie op te leggen, omdat dit in strijd zou zijn met de wet. De Raad concludeerde dat het hoger beroep slaagde, de aangevallen uitspraak diende te worden vernietigd en het inleidend beroep ongegrond verklaard moest worden. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).