ECLI:NL:CRVB:2006:AZ2662
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvraag om tegemoetkoming in onderwijsbijdrage en schoolkosten wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten door betrokkene, die te laat was ingediend. De aanvraag was ingediend na de deadline van 31 juli 2004, zoals vereist door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos). De IB-Groep stelde dat er geen sprake was van overmacht die de te late indiening rechtvaardigde, en dat onwetendheid over de mogelijkheid van een tegemoetkoming niet als excuus kon dienen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de strikte toepassing van de wet in dit geval leidde tot een onbillijkheid van overwegende aard, en had de IB-Groep opgedragen opnieuw te beslissen op het bezwaarschrift van betrokkene.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de IB-Groep in redelijkheid de aanvraag kon afwijzen, omdat betrokkene niet had aangetoond dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op de indieningstermijn rechtvaardigden. De Raad benadrukte dat onbekendheid met de wettelijke bepalingen geen verontschuldiging kan zijn voor het niet naleven van de indieningstermijn. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het inleidende beroep van betrokkene alsnog ongegrond verklaard. De Raad concludeerde dat de IB-Groep de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet had overschreden en dat de afwijzing van de aanvraag terecht was.