ECLI:NL:CRVB:2006:AZ1814
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank inzake griffierecht en proceskosten in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft het dagelijks bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noordwest Fryslân (hierna: appellant) hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 24 augustus 2005. De rechtbank had in die uitspraak het beroep van betrokkene tegen een besluit van appellant ongegrond verklaard en appellant veroordeeld tot betaling van het door betrokkene in beroep betaalde griffierecht en de proceskosten. Appellant was van mening dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er een mogelijkheid tot bezwaar was tegen de brief van 6 januari 2005, waarin betrokkene werd geïnformeerd over gesprekken in het kader van sociale activering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 november 2006 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 24 oktober 2006 was betrokkene niet verschenen, terwijl appellant zich had laten vertegenwoordigen door P. Snoekstra. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte gebruik had gemaakt van haar bevoegdheden om appellant te veroordelen tot betaling van griffierecht en proceskosten. De Raad concludeerde dat het besluit van 27 april 2005, waartegen het beroep was ingesteld, rechtmatig was en dat de vermelding van een rechtsmiddel in de brief van 6 januari 2005 niet relevant was voor de beoordeling van het beroep. De aangevallen uitspraak werd vernietigd, wat betekende dat appellant niet verplicht was om de kosten aan betrokkene te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter, en de leden J.M.A. van der Kolk-Severijns en C. van Viegen. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier A. Palmboom.