ECLI:NL:CRVB:2006:AZ0566

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/6067 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van een bijdragebesluit zorg in hoger beroep

Op 27 september 2006 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer 05/6067 AWBZ, waarbij appellante in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht van 26 augustus 2005. De zaak betreft een bijdragebesluit zorg, waarbij appellante niet aanwezig was op de zitting. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak voor zover deze was aangevochten en onderschreef de overwegingen van de rechtbank, met een aanvulling. De Raad stelde vast dat appellante in hoger beroep geen stelling had genomen tegen de inhoud van het Bijdragebesluit zorg, waardoor een beoordeling van de rechtmatigheid van dat besluit niet nodig was. Tevens werd opgemerkt dat het gestelde gebrek in het primaire besluit van 20 februari 2004 was hersteld in de beslissing op bezwaar van 8 november 2004. De Raad concludeerde dat de overige argumenten in hoger beroep niet konden leiden tot een aantasting van het bestreden besluit van 8 november 2004.

Uitspraak

P R O C E S - V E R B A A L
van de mondelinge uitspraak op 27 september 2006
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
meervoudige kamer
Zitting heeft: M.I. ’t Hooft, als voorzitter, R.M. van Male en G.M.T. Berkel-Kikkert, als leden
griffier: M. Renden
5e Zaak, reg.nr: 05/6067 AWBZ, inzake:
[appellante], wonende te [woonplaats] appellante in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 26 augustus 2005, 04/3341 (hierna: aangevallen uitspraak),
en
het dagelijks bestuur van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland, gevestigd te Nieuwegein (hierna: IZ)
__________________________________________________________________________________
Partijen - IZA met kennisgeving - zijn ter zitting niet verschenen.
Na de sluiting van het onderzoek heeft de Raad de navolgende uitspraak gedaan.
De aangevallen uitspraak wordt bevestigd voor zover aangevochten.
De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank op bladzijde 3 en 4, eerste zin, van de aangevallen uitspraak en maakt deze tot de zijne. Daaraan wordt het volgende toegevoegd.
De Raad stelt vast dat in hoger beroep namens appellante is aangevoerd dat geen stelling is genomen tegen de inhoud van het Bijdragebesluit zorg zelf, zodat aan een beoordeling van de rechtmatigheid van dat besluit kan worden voorbij gegaan, evenals aan de daaraan gewijde overwegingen van de rechtbank. Met betrekking tot de motivering van het primaire besluit van 20 februari 2004 stelt de Raad vast dat het gestelde gebrek is hersteld in de beslissing op bezwaar van 8 november 2004.
Hetgeen overigens in hoger beroep is aangevoerd kan niet tot aantasting van het bestreden besluit van 8 november 2004 leiden.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 27 september 2006
De plv. griffier. De fungerend voorzitter.
M. Renden M.I. ’t Hooft
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep.