ECLI:NL:CRVB:2006:AZ0014
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdig betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2006 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 13 januari 2006. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 januari 2005, maar zijn hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant stelde dat hij het griffierecht op 23 december 2005 had overgemaakt, maar de Raad ontving het bedrag pas op 27 december 2005, na de gestelde termijn van 23 december 2005.
Tijdens de zitting op 14 juli 2006 zijn beide partijen niet verschenen. De Raad overwoog dat appellant in zijn verzetschrift geen overtuigende argumenten had aangedragen die de late betaling van het griffierecht konden rechtvaardigen. De Raad benadrukte dat in de brief van 25 november 2005 duidelijk was vermeld dat het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van die brief op de rekening van de Raad moest zijn bijgeschreven.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en J. Brand als leden. De griffier M.C.T.M. Sonderegger was aanwezig bij de uitspraak, die openbaar werd uitgesproken.