ECLI:NL:CRVB:2006:AY9347
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaging van bijzondere bijstand voor dieetkosten na allergologisch onderzoek
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, die op 1 september 2005 het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg ongegrond verklaarde. Dit besluit betrof de verlaging van de bijzondere bijstand voor dieetkosten van appellante, die van 1 maart 2003 was vastgesteld op € 16,04 per maand, na eerder een bedrag van € 51,80 per maand te hebben ontvangen. De bijzondere bijstand was verleend in verband met dieetkosten die voortvloeiden uit een dieet voorgeschreven door haar behandelend arts, H. de Jonge.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 oktober 2006 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 5 september 2006 is appellante in persoon verschenen, terwijl het College werd vertegenwoordigd door mr. C.G. Smout. De Raad heeft de relevante feiten en omstandigheden uit de aangevallen uitspraak overgenomen en geconcludeerd dat het College op goede gronden de hoogte van de dieetkosten heeft vastgesteld. De Raad heeft de argumenten van appellante, die stelde dat zij recht had op een hogere vergoeding, verworpen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de medische adviezen van Argonaut, die de basis vormden voor de beslissing van het College, voldoende onderbouwd waren en dat er geen objectieve medische noodzaak was aangetoond voor de hogere dieetkosten.
De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding was om het College te veroordelen tot schadevergoeding of om de proceskosten te vergoeden. De beslissing van het College om de bijzondere bijstand te verlagen is daarmee in stand gebleven, en de Raad heeft geen ruimte gezien voor een andere conclusie.