ECLI:NL:CRVB:2006:AY9196
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering op buitenlandse rekening en schorsing van uitkering
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van M. Khoukhchi, die in Marokko woont, tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant ontving een WAO-uitkering met een arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. In 2002 besloot hij Nederland te verlaten, omdat hem geen verblijfsvergunning werd verleend. In januari 2003 verzocht de gemachtigde van appellant het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de WAO-uitkering en toeslag over te maken naar een Marokkaanse rekening. Het Uwv weigerde dit en verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk, wat door de rechtbank werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank en het Uwv ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk hebben verklaard. De Raad stelt vast dat de brief van het Uwv van 18 juni 2003 moet worden aangemerkt als een primair besluit tot afwijzing van het verzoek om opheffing van de schorsing van de uitkering. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, en bepaalt dat het Uwv een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 966,-, en moet het Uwv het griffierecht van € 133,- vergoeden.