ECLI:NL:CRVB:2006:AY8760
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J. Janssen
- J.W. Schuttel
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van WAO-uitkering door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 september 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak met betrekking tot de WAO-uitkering van verzoeker. Het verzoeker, die eerder in een procedure had verloren, vroeg om herziening op basis van nieuwe feiten en omstandigheden. De Raad had eerder op 30 augustus 2002 een uitspraak gedaan waarin de intrekking van de WAO-uitkering per 27 september 1998 door het Uwv werd bevestigd. Verzoeker had in 2004 al een verzoek om herziening ingediend, dat was afgewezen. In zijn huidige verzoek stelde verzoeker dat het systeem dat door het Uwv wordt gebruikt om te bepalen of een functie passend is, ondeugdelijk is en dat er discriminatie plaatsvindt van hoogopgeleide allochtonen op de arbeidsmarkt. De Raad oordeelde dat de argumenten van verzoeker niet relevant waren voor de herziening, omdat de intrekking van de uitkering niet was gebaseerd op het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem waar verzoeker naar verwees. De Raad concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden niet nieuw waren en dat deze niet tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter en J.W. Schuttel en J. Brand als leden. De griffier was M.C.T.M. Sonderegger.