ECLI:NL:CRVB:2006:AY8628
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-verschoonbare overschrijding bezwaartermijn in sociale zekerheidsrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank van 9 juni 2005, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van de Onderlinge Waarborgmaatschappij Amicon Zorgverzekeraar Ziekenfonds u.a. (hierna: Amicon) ongegrond werd verklaard. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van Amicon van 16 juli 2004, maar dit bezwaar werd door Amicon ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellant de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift had overschreden en verklaarde het bezwaar tegen het besluit van 3 juni 2004 niet-ontvankelijk. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval was het besluit van 3 juni 2004 op dezelfde datum aan appellant verzonden, waardoor de bezwaartermijn op 4 juni 2004 begon. De laatste dag voor indiening was 15 juli 2004. Appellant diende zijn bezwaarschrift echter pas op 16 juli 2004 in, wat resulteerde in een overschrijding van de termijn.
De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad zag geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen en bevestigde de aangevallen uitspraak voor zover deze was aangevochten. De uitspraak werd gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van griffier B.M. Biever-van Leeuwen, op 20 september 2006.