ECLI:NL:CRVB:2006:AY8302
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- C.P.M. van de Kerkhof
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering wegens minder dan 15% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar, waarin de intrekking van haar WAO-uitkering door het Uwv werd bevestigd. Appellante, die na een ongeval in 1999 een post traumatische dystrofie had opgelopen, ontving aanvankelijk een WAO-uitkering op basis van 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. Echter, het Uwv trok deze uitkering per 29 november 2001 in, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid volgens hen minder dan 15% was. Dit besluit werd door appellante bestreden, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt dat appellante, ondanks haar beperkingen, geschikt was voor de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond en wees ook haar verzoek om schadevergoeding af.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante behandeld en op 5 september 2006 uitspraak gedaan. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en onderschreef de overwegingen dat het Uwv niet verplicht was om eerder aangenomen urenbeperkingen opnieuw in het belastbaarheidspatroon op te nemen. De Raad oordeelde dat de door appellante overgelegde medische rapportages niet aantoonde dat de vastgestelde beperkingen door de verzekeringsartsen waren onderschat. De functies die aan appellante waren voorgehouden, waren volgens de Raad in overeenstemming met haar beperkingen, en er was geen bewijs dat zij niet in staat was om deze functies uit te oefenen, zelfs niet vanuit een rolstoel. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe gezichtspunten waren aangedragen in het hoger beroep, en bevestigde daarmee de beslissing van de rechtbank.