ECLI:NL:CRVB:2006:AY7630
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 augustus 2006 uitspraak gedaan over het verzet van dr. ir. drs. J.J. de Kok, die namens appellante verzet heeft aangetekend tegen de eerdere uitspraak van de Raad van 6 januari 2006. In die uitspraak werd het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht van € 103,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De Raad heeft vastgesteld dat De Kok op 29 augustus 2005 en 19 september 2005 op de hoogte is gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en de gevolgen van het niet betalen daarvan. Ondanks deze waarschuwingen heeft De Kok het griffierecht niet voldaan, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep. Tijdens de zitting op 25 juli 2006 is het verzet behandeld, waarbij De Kok in persoon aanwezig was, maar appellante en het Uwv niet. De Raad heeft overwogen of de eerdere uitspraak terecht was en of De Kok in verzuim was. De Raad concludeert dat De Kok niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de eerdere mededelingen niet heeft ontvangen en dat er geen reden is om het griffierecht niet te heffen. Het verzet is ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak blijft in stand. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.