ECLI:NL:CRVB:2006:AY7332

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-265 NABW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 augustus 2006 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 29 november 2005. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft het verzoek om herziening ingediend, maar is niet verschenen op de zitting van 18 juli 2006. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis, vertegenwoordigd door mr. M.M.S. van Sprundel-Steenwinkel, heeft een verweerschrift ingediend. De Raad heeft overwogen dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen, omdat verzoekster niet heeft aangetoond dat er feiten of omstandigheden zijn die niet bekend waren vóór de eerdere uitspraak en die tot een andere beslissing zouden hebben geleid. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met K.J.S. Spaas als voorzitter en de leden C.W.J. Schoor en H.G. Rottier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken, met T.S.G. Staal als griffier aanwezig.

Uitspraak

06/265 NABW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het verzoek om herziening van:
[verzoekster], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoekster),
inzake de uitspraak van de Raad van 29 november 2005, 04/3646,
in het geding tussen:
verzoekster
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis (hierna: het College),
Datum uitspraak: 29 augustus 2006
I. PROCESVERLOOP
Namens verzoekster heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, om herziening verzocht van bovengenoemde uitspraak van de Raad van 29 november 2005.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juli 2006. Verzoekster en haar gemachtigde zijn, met bericht, niet verschenen. Namens het college is verschenen mr. M.M.S. van Sprundel- Steenwinkel, werkzaam bij de gemeente Maassluis.
II. OVERWEGINGEN
Ingevolge artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 17 van de Beroepswet kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
Namens verzoekster is omstandig betoogd dat de uitspraak van de Raad van
29 november 2005 niet in stand kan blijven. Ondanks de omvang van dit betoog is daarbij echter niet aangegeven welke aan die uitspraak voorafgaande feiten bij verzoekster niet bekend waren dan wel redelijkerwijs niet bekend konden zijn. Reeds om die reden dient het verzoek te worden afgewezen. Voorzover het standpunt van verzoekster er op neer komt dat de door haar genoemde uitspraken van de Raad van 13 april 2005 dan wel van 13 juli 2005 als nieuwe feiten moeten worden aangemerkt, kan ook dat betoog niet slagen, omdat indien al een rechterlijke uitspraak als feit of een omstandigheid in de zin van artikel 8:88, aanhef en onderdeel a, van de Awb, kan worden aangemerkt, daarvan in elk geval in dit geval geen sprake kan zijn omdat de bedoelde uitspraken, gelet op de data waarop die uitspraken zijn gedaan, door verzoekster nog ter zitting van 18 oktober 2005, waarop de in rubriek I vermelde uitspraak is gevolgd, aan de orde hadden kunnen worden gesteld.
Het verzoek om herziening dient daarom te worden afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door K.J.S. Spaas als voorzitter en C.W.J. Schoor en H.G. Rottier als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van T.S.G. Staal als griffier, uitgesproken in het openbaar op 29 augustus 2006.
(Get.) K.J.S. Spaas.
(get.) T.S.G. Staal.
MK