ECLI:NL:CRVB:2006:AY6668
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Discrepantie tussen belastbaarheid en functiebelastingen in WAO-schatting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de medische onderbouwing van een besluit van het Uwv werd goedgekeurd, maar het besluit zelf werd vernietigd vanwege een discrepantie tussen de vastgestelde belastbaarheid van appellant en de functiebelastingen van de geselecteerde functies. Appellant, die eerder een WAO-uitkering ontving, had zijn bezwaar gericht tegen de herziening van zijn uitkering door het Uwv. De rechtbank oordeelde dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moest nemen, wat resulteerde in besluit 2, dat opnieuw ongegrond werd verklaard. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv niet voldoende had onderbouwd dat appellant de geselecteerde functies kon vervullen, gezien zijn knieklachten. De Raad stelde vast dat de medische gegevens en rapportages die aan besluit 2 ten grondslag lagen, niet adequaat waren en dat er geen nieuwe medische informatie was overgelegd die een wijziging in het medisch standpunt rechtvaardigde. De Raad oordeelde dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moest nemen, waarbij ook aandacht moest worden besteed aan mogelijke schadevergoeding. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die op € 322,- werden begroot. De uitspraak werd gedaan op 16 augustus 2006.