ECLI:NL:CRVB:2006:AY6123
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- H. Bolt
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake ontzegging WW-uitkering en toekenning loongerelateerde uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 8 september 2005. Appellant had een WW-uitkering ontvangen, maar na zijn indiensttreding bij een nieuwe werkgever en de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, ontzegde het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) hem de WW-uitkering. Appellant stelde dat hij recht had op zijn oude uitkeringsrecht, maar kon deze afspraak niet aantonen. De Raad oordeelde dat er geen bewijs was voor de gestelde toezegging van het Uwv dat appellant altijd kon terugvallen op zijn oude uitkeringsrecht. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.A. Hoogeveen als voorzitter en H. Bolt en H.G. Rottier als leden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, met L. Karssenberg als griffier.