ECLI:NL:CRVB:2006:AY5431
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juli 2006 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep inzake een AOW-uitkering. Appellante had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2005, maar dit was door de Raad op 9 december 2005 niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellante heeft vervolgens verzet aangetekend, maar heeft in haar verzetschrift geen gronden aangevoerd die betrekking hebben op het niet tijdig betalen van het griffierecht. De Raad heeft appellante in de gelegenheid gesteld om nadere verzetsgronden in te dienen, maar ook de daaropvolgende correspondentie bevatte geen relevante argumenten. De Raad concludeert dat appellante geen gronden heeft aangedragen die de eerdere uitspraak kunnen ondermijnen. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en J. Brand als leden, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.C.T.M. Sonderegger.