ECLI:NL:CRVB:2006:AY5223
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake arbeidsongeschiktheidsuitkering na medisch onderzoek door niet-verzekeringsarts
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 28 april 2004. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering had ingetrokken. De rechtbank had het besluit van het Uwv in stand gelaten, maar appellant voerde aan dat de arbeidsongeschiktheidsschatting onterecht was gebaseerd op onderzoek door een medisch medewerker die geen verzekeringsarts was. Dit zou in strijd zijn met het Schattingsbesluit en de Algemene wet bestuursrecht, die eisen stellen aan een zorgvuldig en volledig onderzoek.
Tijdens de zitting op 2 juni 2006 was appellant niet verschenen, maar het Uwv had zich laten vertegenwoordigen. Het Uwv gaf aan dat het bestreden besluit niet te handhaven was en voor vernietiging in aanmerking kwam, wat leidde tot de beslissing van de Raad om het besluit van het Uwv te vernietigen. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende tijd had gehad om de gevolgen van een eerdere uitspraak van de Raad van 29 september 2005 te overdenken, en dat er geen termen aanwezig waren om het verzoek van het Uwv om aanhouding van de uitspraak te honoreren.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 644,- voor de rechtsbijstand in eerste aanleg en € 322,- voor de rechtsbijstand in hoger beroep. De kosten van een psychiater werden niet toegewezen, omdat deze niet gerelateerd waren aan het huidige geding. De Raad heeft bepaald dat het Uwv een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van appellant en dat het griffierecht van € 133,- aan appellant moet worden vergoed.