ECLI:NL:CRVB:2006:AY3575
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst - Hagen
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek WAO-besluit afgewezen wegens gebrek aan nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak gaat het om een herzieningsverzoek van een besluit tot intrekking van een WAO-uitkering. Appellante heeft in 2001 verzocht om herziening van het besluit van 27 mei 1997, waarbij haar uitkering per 26 juli 1997 was ingetrokken. Appellante stelde dat zij sinds 1997 onafgebroken arbeidsongeschikt was en verwees naar rapporten van revalidatiearts C.A. Stuurman. De rechtbank Amsterdam verklaarde het eerste beroep niet-ontvankelijk en het tweede beroep ongegrond, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
In hoger beroep heeft appellante de ongegrondverklaring door de rechtbank aangevochten, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het hoger beroep faalde. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, omdat de rapporten van Stuurman en andere gegevens al bekend waren bij het nemen van het oorspronkelijke besluit. De Raad stelde dat de evidente onjuistheid van een besluit geen criterium meer is voor herziening, en dat het rapport van neuroloog J.A.M. Kuster, dat na het bestreden besluit was ingediend, niet in de beoordeling kon worden meegenomen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat het Uwv terecht het herzieningsverzoek had afgewezen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.J.H. Doornewaard als voorzitter. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 10 juli 2006.