ECLI:NL:CRVB:2006:AY0272
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijstand over een periode voorafgaand aan de aanvraagdatum zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 juni 2005, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen ongegrond werd verklaard. Appellant had zich op 12 maart 2003 gemeld bij het CWI voor een uitkering op basis van de Werkloosheidswet, maar na het afzeggen van een intakegesprek heeft hij geen contact meer opgenomen. Op 10 oktober 2003 heeft zijn vertegenwoordiger, L.I. Stoker-Edens, een aanvraag voor bijstandsuitkering ingediend, die op 29 april 2004 werd ingediend met het verzoek om bijstand vanaf 12 maart 2003. Het College heeft echter bij besluit van 4 augustus 2004 de bijstand slechts toegekend vanaf 10 oktober 2003, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. Dit besluit werd door het College in een later besluit van 19 oktober 2004 bevestigd, waarop appellant in beroep ging.
De rechtbank heeft de beslissing van het College bevestigd, en appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 13 juni 2006 geoordeeld dat, volgens vaste rechtspraak, bijstand in beginsel niet kan worden verleend over een periode voorafgaand aan de aanvraagdatum, tenzij bijzondere omstandigheden aanwezig zijn. De Raad heeft vastgesteld dat het College op goede gronden heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van dit uitgangspunt rechtvaardigden. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen, zonder veroordeling in proceskosten.