De gedingstukken bevatten geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de lage rug-hernia die appellant aanleiding heeft gegeven om per 1 juni 2002 verhoging te verzoeken op enigerlei wijze is voortgekomen uit de nekhernia op grond waarvan aan hem eerder een WAO-uitkering is toegekend. In zoverre is er sprake van een kennelijk andere oorzaak als bedoeld in evenvermeld artikellid en komt appellants verzoek om ophoging niet voor inwilliging in aanmerking.
Ná 7 juni 1989 en vóór 15 mei 1991 is appellant diverse malen onderzocht door de verzekeringsarts Holthaus, die in zijn rapporten gedurende die periode evenwel geen melding heeft gemaakt van door appellant geuite rugklachten.
In zijn rapport van 15 mei 1991 heeft Holthaus met betrekking tot appellants rug vermeld:
? “heeft soms wat klachten van de lage rug, 20 jr geleden heeft hij daar eens fysiotherapie voor gehad” (in de handgeschreven versie is te lezen: “ook klachten onder in de rug ? 20 jr geleden F.T.”);
? “Nevendiagnose: Lumbago”;
? “Rug: geen standsafwijkingen, geen drukpijn, geen hypertonie. Goede beweeglijkheid, niet duidelijk beperkt, enige fixatie (Schober 10-13)” en
? “Omdat er bij onderzoek niets verandert kunnen er m.i. beperkingen worden gesteld, hierbij dient tevens rekening te worden gehouden met de rug- en knieproblemen.”.
Vervolgens heeft Holthaus een belastbaarheidspatroon vastgesteld dat diverse beperkingen laat zien waarbij tevens rekening is gehouden met appellants lage rug-klachten.
Niet kan worden ontkend dat de per 1 december 1991 vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid grotendeels moet worden toegeschreven aan de nekhernia en slechts voor een bescheiden deel aan de lage rug-klachten. Voorts kan worden daargelaten of de uitsluitend op grond van de lage rug-klachten vastgestelde beperkingen per 1 december 1991 zouden hebben geleid tot toekenning van enige WAO-uitkering. Tevens is niet ondenkbaar dat die rugklachten na de toekenning van de WAO-uitkering per 1 december 1991 volledig zijn verdwenen en dat de rugklachten op grond waarvan appellant in augustus 2002 heeft verzocht om ophoging nieuw en van min of meer andere aard zijn, maar de gedingstukken bieden geen aanknopingspunten voor een zodanige opvatting. De ongeschiktheid ter zake waarvan de uitkering wordt ontvangen, vindt mitsdien mede zijn oorzaak in lage rugklachten. Van een kennelijk, in de zin van duidelijk en aanwijsbaar, andere oorzaak voor de door appellant in augustus 2002 per juni 2002 geuite lage rug-hernia-klachten dan de door de verzekeringsarts Holthaus in zijn rapport van 15 mei 1991 vermelde en in het door hem vastgestelde belastbaarheids-patroon neergelegde en per 1 december 1991 in de toekenning van de WAO-uitkering betrokken lage rug-klachten, is de Raad uit de gedingstukken niet kunnen blijken.
Dat - zoals de rechtbank heeft overwogen - in het rapport van Holthaus van 15 mei 1991 met betrekking tot de rug geen lichamelijke afwijkingen zijn vermeld, kan niet van belang worden geacht, daar Holthaus op basis van de door appellant geuite lage rug-klachten en zonder vast te stellen of er sprake is van afwijkingen met betrekking tot de rug, beperkingen in het belastbaarheidspatroon heeft vastgesteld.
Gegeven voorts dat ingevolge de vaste jurisprudentie van de Raad ten aanzien van artikel 37 van de WAO bij twijfel over het oorzakelijk verband tussen de oorspronkelijke arbeidsongeschiktheid en de later toegenomen arbeidsongeschiktheid de balans ten voordele van de betrokkene moet doorslaan, is de Raad van oordeel dat voorzover onder de hiervoor weergegeven omstandigheden aanleiding bestaat tot twijfel, aan appellant daarvan het voordeel toekomt.
Gelet hierop is de Raad van oordeel dat het Uwv en de rechtbank niet in het door hen ingenomen standpunt kunnen worden gevolgd. Het tot afwijzing strekkende primaire besluit ontbeert een voldoende medische grondslag, zodat dat besluit niet bij het besluit op bezwaar van 20 februari 2003 in stand had mogen worden gelaten en de aangevallen uitspraak, waarbij dat besluit op bezwaar in rechte houdbaar is geoordeeld, thans dient te worden vernietigd.