ECLI:NL:CRVB:2006:AX9611
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in ambtenarenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar beroep tegen een besluit van het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Slotervaart/Overtoomseveld niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn. Het besluit waartegen beroep werd ingesteld, was genomen op 28 april 2003 en hield in dat de tijdelijke aanstelling van appellante niet werd omgezet in een vast dienstverband. Dit besluit werd na bezwaar gehandhaafd in een bestreden besluit van 24 december 2003. De rechtbank oordeelde dat appellante de beroepstermijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), had overschreden en dat er geen aanleiding was om deze overschrijding verschoonbaar te achten op basis van artikel 6:11 van de Awb.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de argumenten van appellante overwogen, maar kwam tot de conclusie dat appellante geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De Raad benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het correct berekenen van de beroepstermijn bij appellante lag. De Raad bevestigde de motivering van de rechtbank en oordeelde dat de aangevallen uitspraak voldoende was onderbouwd.
De Raad besloot de aangevallen uitspraak te bevestigen en achtte geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten op basis van artikel 8:75 van de Awb. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 15 juni 2006, met J.C.F. Talman als voorzitter en K. Zeilemaker en A.A.M. Mollee als leden, in aanwezigheid van griffier A.D. van Dissel-Singhal.