ECLI:NL:CRVB:2006:AX8872
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Dringende redenen voor terugvordering van bijstandsuitkeringen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. Appellante, geboren in 1936, ontvangt een pensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet, aangevuld met bijstand op basis van de Algemene bijstandswet (Abw). Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer heeft op 1 april 2003 de uitbetaling van de bijstand geblokkeerd en op 16 mei 2003 het recht op bijstand ingetrokken, omdat appellante niet had gereageerd op verzoeken om bank- en giroafschriften. Appellante heeft geen rechtsmiddel aangewend tegen dit besluit. Vervolgens heeft het College op 13 augustus 2003 de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 26 december 2002 tot en met 31 maart 2003 teruggevorderd, wat door appellante werd bestreden in bezwaar. Het College verklaarde het bezwaar ongegrond op 14 januari 2004.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van 14 januari 2004 gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat het College gehouden was tot terugvordering, maar dat de door appellante aangevoerde omstandigheden niet als dringende redenen konden worden aangemerkt. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, specifiek tegen de instandhouding van de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vraag of er dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, centraal staat. De Raad bevestigt de eerdere rechtspraak dat dringende redenen alleen kunnen worden aangenomen in gevallen met onaanvaardbare sociale of financiële consequenties voor de betrokkene. De Raad concludeert dat de omstandigheden van appellante niet als zodanig kunnen worden aangemerkt en dat het College niet de bevoegdheid had om van terugvordering af te zien. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.