ECLI:NL:CRVB:2006:AX8739
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th Wolleswinkel
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Ongevraagd ontslag van ambtenaar wegens exploitatie hennepkwekerij
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar die ongevraagd ontslag heeft gekregen van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer. De appellant, werkzaam als medewerker repressie bij de sector Brandweer & Hulpverlening, werd op 8 december 2003 betrapt op het exploiteren van een hennepkwekerij in zijn woning. Na zijn schorsing op 16 december 2003, heeft het College op 12 maart 2004 besloten om hem met toepassing van de Arbeidsvoorwaardenregeling Deventer ongevraagd ontslag te verlenen. Dit besluit werd later door de rechtbank Zwolle bevestigd, wat de appellant ertoe bracht om in hoger beroep te gaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 juni 2006 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat de opgelegde disciplinaire maatregel van ongevraagd ontslag niet onevenredig was aan de ernst van het gepleegde plichtsverzuim. De Raad benadrukte dat de integriteit en betrouwbaarheid van ambtenaren, vooral van de brandweer, van groot belang zijn. Het College had terecht hoge eisen gesteld aan de appellant, die door zijn handelen het risico liep in contact te komen met criminele activiteiten. De Raad concludeerde dat het College terecht het vertrouwen in de appellant had opgezegd, en dat de straf van ongevraagd ontslag gerechtvaardigd was, ondanks het feit dat in een ander geval een minder zware maatregel was opgelegd.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreepte de noodzaak voor ambtenaren om zich te houden aan de wet- en regelgeving, vooral in functies met een hoge mate van verantwoordelijkheid.