ECLI:NL:CRVB:2006:AX8737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. Vos
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WAO-uitkering in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die in 2001 als magazijnmedewerker uitviel wegens nek- en rugklachten. De Centrale Raad van Beroep beoordeelt de toekenning van een WAO-uitkering aan appellant, die stelt dat zijn beperkingen niet correct zijn vastgesteld. De rechtbank 's-Gravenhage had eerder geoordeeld dat appellant niet in aanmerking kwam voor een WAO-uitkering, omdat hij met ingang van 1 april 2002 geschikt werd geacht voor gangbaar werk. Appellant heeft in bezwaar en beroep aangevoerd dat hij meer beperkingen heeft dan door het Uwv is aangenomen, en dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn energetische beperkingen.
De Raad heeft de feiten en rapporten van verschillende artsen in overweging genomen. De bezwaararbeidsdeskundige G.W.J. van der Hulst concludeerde dat het maatmanloon onjuist was en dat appellant een arbeidsongeschiktheid van 15-25% had. In hoger beroep heeft de gemachtigde van appellant betoogd dat de geselecteerde functies niet passen bij zijn beperkingen, met name op het gebied van handelingstempo en hoofdbewegingen. De bezwaarverzekeringsarts P.L.M. Momberg heeft echter in haar rapporten aangegeven dat er geen reden is om een urenbeperking aan te nemen en dat appellant in staat is om fysiek licht werk te verrichten.
De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaarverzekeringsarts de overschrijding van de belastbaarheid van appellant in de geselecteerde functies voldoende heeft gemotiveerd. De Raad is van oordeel dat de eerdere uitspraak van de rechtbank, die de arbeidskundige component van het bestreden besluit bevestigde, terecht was. De Raad heeft geen termen gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat de kosten van de procedure niet voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, voor zover deze is aangevochten.