ECLI:NL:CRVB:2006:AX7439
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-uitkering en niet-ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 februari 2004, waarin het bezwaar van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd behandeld. Appellant, die zich op 12 maart 1998 ziek meldde met psychische klachten, had eerder een WAO-uitkering ontvangen. De rechtbank had in haar uitspraak het bezwaar van appellant tegen een besluit van 11 april 2003 ongegrond verklaard, maar het bezwaar tegen een ander besluit gegrond verklaard, wat leidde tot een herziening van de WAO-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat het medische onderzoek door het Uwv voldoende en zorgvuldig was. Appellant had geen nieuwe medische gegevens ingediend die zijn standpunt konden onderbouwen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor wat betreft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen het tweede besluit, maar vernietigt de uitspraak voor wat betreft de herziening van de WAO-uitkering. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank Rotterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt het Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellant en tot vergoeding van het griffierecht.