ECLI:NL:CRVB:2006:AX5871
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van belastbaarheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 3 februari 2004, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd gegrond verklaard. Appellant, die sinds medio 1999 uitviel met fysieke en psychische klachten, had eerder een WAO-uitkering ontvangen. Na herziening van zijn uitkering door het Uwv, werd zijn arbeidsongeschiktheid per 17 juli 2002 vastgesteld op 35-45%. Dit besluit werd later gewijzigd naar 45-55% na bezwaar. De rechtbank oordeelde dat het Uwv de klachten van appellant niet had onderschat, maar dat er onvoldoende onderbouwing was voor de arbeidsongeschiktheid. In hoger beroep stelde appellant dat hij medisch gezien meer beperkt was dan het Uwv had aangenomen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het nieuwe besluit op bezwaar van het Uwv in stand kon blijven, omdat appellant geen nieuwe medische gegevens had ingediend die niet al bekend waren bij het Uwv. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en het beroep tegen het nieuwe besluit ongegrond. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant.