ECLI:NL:CRVB:2006:AX5376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig betalen van griffierecht door administratieve fout van gemachtigde
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 1 juli 2005. De Centrale Raad heeft op 19 mei 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep, dat betrekking heeft op de niet-tijdige betaling van griffierecht door een administratieve fout van de gemachtigde van appellant. De Raad heeft eerder, op 8 november 2005, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, waarop appellant verzet heeft aangetekend. Tijdens de zitting op 7 april 2006 was appellant aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het Uwv zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
De Raad heeft overwogen dat de niet-ontvankelijkverklaring terecht was, en verwijst naar eerdere correspondentie van 23 augustus en 13 september 2005. De Raad stelt dat de gevolgen van de handelingen van de gemachtigde voor rekening komen van de appellant, die zijn belangen aan de gemachtigde heeft toevertrouwd. De Raad heeft geen redenen gevonden om van deze vaste rechtspraak af te wijken. Gezien deze overwegingen heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade als voorzitter, met T.L. de Vries en H.J. Simon als leden. De beslissing is in het openbaar uitgesproken, met P.H. Broier als griffier. De zaak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de verantwoordelijkheden van gemachtigden in juridische procedures.