ECLI:NL:CRVB:2006:AW7506
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor geselecteerde functies in het kader van de WAO
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 18 november 2003 geoordeeld dat de arbeidsongeschiktheidsschatting van betrokkene, die sinds 12 april 1999 uitgevallen was met psychische klachten, niet zorgvuldig was uitgevoerd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de bezwaararbeidsdeskundige bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid betrokken had moeten worden. De Raad stelt vast dat de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts de belastbaarheid van betrokkene op zorgvuldige wijze hebben vastgesteld en dat de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies passend zijn voor betrokkene. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep ongegrond. De Raad oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 21 april 2006, na een zitting op 10 maart 2006, waarbij zowel appellant als betrokkene vertegenwoordigd waren. De Raad concludeert dat de door appellant geschetste praktijk van beoordeling in bezwaar niet onzorgvuldig is en dat de medische grondslag van het besluit voldoende zorgvuldig is onderzocht.