ECLI:NL:CRVB:2006:AW1870
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een uitspraak inzake het gebruik van een handbewogen rolstoel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2006 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 16 augustus 2005. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn moeder, heeft verzocht om herziening van de uitspraak die betrekking had op zijn recht op een handbewogen rolstoel. Het verzoek om herziening is ingediend op 23 januari 2006, waarbij nadere stukken zijn ingezonden op 13 februari 2006. De behandeling vond plaats op 29 maart 2006, waarbij de moeder van verzoeker aanwezig was, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen niet verscheen.
De Raad overweegt dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij het niet eens is met het oordeel dat hij niet was aangewezen op het gebruik van een handbewogen rolstoel. De Raad heeft echter geoordeeld dat de ingediende stukken niet kunnen worden aangemerkt als nieuwe feiten of omstandigheden, aangezien deze dateren van vóór de betrokken uitspraak en verzoeker daarmee bekend was of redelijkerwijs geacht kon worden daarmee bekend te zijn.
De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door R.M. van Male, in tegenwoordigheid van M. Renden als griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 april 2006.