ECLI:NL:CRVB:2006:AV9067
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J.W. Schuttel
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening WAO-besluit zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Appellante had verzocht om terug te komen van een eerder genomen besluit van 14 september 1995, waarbij haar WAO-uitkering was herzien. De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 maart 2006 uitspraak gedaan. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem, die het bezwaar van appellante ongegrond had verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om het besluit van 1995 te herzien. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat de bevindingen van haar psychiater, A.M.A. Groot, voldoende ruimte boden voor heroverweging. De Raad heeft deze argumenten echter niet overtuigend geacht en onderschreef de overwegingen van de rechtbank. De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, met J. Janssen als voorzitter en J.W. Schuttel en J. Brand als leden. De griffier was M.H.A. Uri. De zitting vond plaats op 17 februari 2006, maar partijen waren niet verschenen.