ECLI:NL:CRVB:2006:AV7816
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Weigering ziekengeld op basis van geschiktheid voor functies en medisch oordeel deskundige
In deze zaak gaat het om de weigering van ziekengeld aan appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die arbeidsongeschikt was geraakt na psychische klachten, had zich op 22 mei 2000 ziek gemeld na een korte periode van werk. Het Uwv weigerde haar ziekengeld, omdat zij niet ongeschikt werd geacht voor de functies die zij eerder had vervuld. De rechtbank Haarlem verklaarde het beroep tegen deze beslissing ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 7 juli 2004 werd appellante bijgestaan door haar advocaat, terwijl de gedaagde partij niet aanwezig was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en zich gebaseerd op een psychiatrisch rapport van het Leids Universitair Medisch Centrum, waarin werd geconcludeerd dat appellante op de relevante datum een aanpassingsstoornis had, wat haar psychisch functioneren ernstig beperkte. De deskundige had zijn conclusie gemotiveerd en heroverwogen, wat de Raad overtuigde om deze te volgen. De Raad oordeelde dat het Uwv ten onrechte had besloten om geen ziekengeld toe te kennen, en vernietigde het bestreden besluit.
De Raad heeft ook de proceskosten van appellante in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep toegewezen, en het Uwv veroordeeld tot het betalen van deze kosten, evenals het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van medische gegevens en de rol van deskundigen in dergelijke zaken.