ECLI:NL:CRVB:2006:AV6121
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Oordeel over verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in WAO-zaak
In deze zaak heeft de opposant, wonende in Marokko, verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 juli 2005, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant stelde dat de verzending van post naar Marokko lang duurt en dat hij van mening is dat zijn beroepschrift binnen de gestelde termijn is ingediend. De Centrale Raad heeft het verzet behandeld op 27 januari 2006, maar beide partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft de argumenten van de opposant beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet nieuw zijn en slechts een herhaling vormen van eerdere stellingen. De Raad oordeelde dat er onvoldoende grond is om tot een ander oordeel te komen dan in de eerdere uitspraak. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard, met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet en artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. De uitspraak werd gedaan door mr. J. Janssen als voorzitter, bijgestaan door mr. G.J.H. Doornewaard en mr. J. Brand als leden, en werd openbaar uitgesproken op 10 maart 2006.