ECLI:NL:CRVB:2006:AV5548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake WAO-schatting en medische beperkingen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 16 september 2003, waarin de rechtbank oordeelde over de WAO-schatting van appellant. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 27 januari 2006, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde, vertegenwoordigd door mr. F. van Dam, wel aanwezig was. De centrale vraag in hoger beroep was of de rechtbank terecht had geoordeeld dat de medische beperkingen van appellant niet waren onderschat en of de geselecteerde functies passend waren gezien de beperkingen van appellant.
De rechtbank had in haar uitspraak geconcludeerd dat de medische beperkingen van appellant correct waren ingeschat en dat de functies die aan appellant waren aangeboden, niet ongeschikt waren. De Centrale Raad van Beroep heeft deze conclusie bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep van appellant geen doel treft. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend aan de gedaagde partij.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan door mr. J. Janssen als voorzitter, met mr. G.J.H. Doornewaard en mr. J. Brand als leden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 maart 2006. De Raad heeft zich volledig verenigd met het oordeel van de rechtbank en heeft de argumenten van appellant in hoger beroep, die niet ondersteund waren door nieuwe medische gegevens, niet overtuigend geacht. De ingediende rapporten van de bezwaarverzekeringsartsen hebben de Raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen.