ECLI:NL:CRVB:2006:AV3943
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een verlaagd aanrechtblad op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten
In deze zaak heeft appellante, wonende te [woonplaats], hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 12 mei 2003, waarin haar verzoek om een in hoogte verstelbaar aanrechtblad op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 1 februari 2006, waarbij appellante niet aanwezig was, maar gedaagde, vertegenwoordigd door H. Inia van de gemeente Leeuwarden, wel. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het aanbrengen van een verlaagd aanrechtblad als een verantwoorde voorziening kon worden aangemerkt, ondanks de bezwaren van de echtgenoot van appellante, die rugklachten zou kunnen krijgen door het gebruik van een verlaagd aanrechtblad. De rechtbank benadrukte dat de individuele omstandigheden van de aanvrager leidend zijn bij de beoordeling van aanspraken op woonvoorzieningen, en dat er van de aanvrager en zijn huisgenoten verwacht mag worden dat zij zich aanpassen aan bepaalde beperkingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en geen aanleiding gezien om anders te oordelen. Het beroep van appellante op het Protocol werd verworpen, en de Raad zag geen reden voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, waarmee de beslissing om geen in hoogte verstelbaar aanrechtblad toe te kennen, werd gehandhaafd.