ECLI:NL:CRVB:2006:AV3352
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Stopzetten van vergoeding van middelen in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, gaat het om de stopzetting van een vergoeding voor middelen die eiseres ontving op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. W.P.J.M. van Gestel, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 28 oktober 2004 werd genomen. Tijdens de zitting op 19 januari 2006 was eiseres niet aanwezig, terwijl de verweerster zich liet vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.
De Raad heeft in zijn uitspraak verwezen naar eerdere uitspraken in soortgelijke geschillen en heeft het standpunt van de verweerster onderschreven. Eiseres had aangevoerd dat zij in het verleden wel vergoedingen had ontvangen en dat zij erop mocht vertrouwen dat deze vergoedingen niet zonder meer zouden worden stopgezet. De Raad oordeelde echter dat een eenmalige vergoeding, die later onjuist bleek te zijn, niet kan leiden tot aanspraken voor de toekomst. Dit betekent dat de eerdere vergoedingen geen basis vormen voor toekomstige claims.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit, aangezien er geen constante lijn van eerdere vergoedingen was die aanleiding gaf tot een overgangsmaatregel. De Raad concludeerde dat de verweerster terecht had besloten om de vergoedingen voor de middelen Dhea, BR Meda Stim caps en Vit E Nat. Lab niet voort te zetten, omdat de vergoedingen in het verleden inconsistent waren geweest. Tevens werd er geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.