ECLI:NL:CRVB:2006:AV3269
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Vervolg aanvraag vergoeding kosten reis naar Indonesië door burger-oorlogsslachtoffer
In deze zaak gaat het om een vervolgaanvraag van een burger-oorlogsslachtoffer, geboren in 1933 in het voormalige Nederlands-Indië, die een vergoeding verzoekt voor de kosten van een reis naar Indonesië. Deze aanvraag is ingediend bij de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, naar aanleiding van een eerder besluit van 7 januari 2004, waarin de aanvraag was afgewezen. De eiser stelt dat de reis noodzakelijk is voor de herbeleving van oorlogsgebeurtenissen en om afscheid te nemen van zijn geboorteland, aangezien hij Indonesië destijds moest verlaten vanwege politieke activiteiten.
De verweerster heeft de aanvraag afgewezen op basis van medische adviezen, die aangeven dat de reis niet plaatsvindt ter afronding van een psychotherapeutisch behandelplan. De Centrale Raad van Beroep heeft in eerdere uitspraken aangegeven dat deze benadering van verweerster niet onjuist of onredelijk is, gezien de aard van de gevraagde voorziening en de daarmee gemoeide kosten. De Raad heeft vastgesteld dat eiser niet onder behandeling was voor zijn psychische klachten, waardoor niet voldaan is aan de vereisten voor de toekenning van de gevraagde voorziening.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen grond is voor vernietiging van het bestreden besluit, en dat dit besluit in rechte kan standhouden. De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. C.G. Kasdorp als voorzitter, en de leden mr. G.L.M.J. Stevens en mr. F.J.L. Pennings, in aanwezigheid van griffier J.P. Schieveen, en werd openbaar uitgesproken op 2 maart 2006.