ECLI:NL:CRVB:2006:AV3133

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/6068 AWBZ + 03/6069 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbrekend procesbelang in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Haarlem. Appellante, die niet is verschenen ter zitting, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die op 13 november 2003 was gedaan. De rechtbank had geoordeeld dat de besluiten van OWM Zilveren Kruis Ziekenfonds U.A. over de eigen bijdrage voor thuiszorg over de jaren 1997 en 1999 niet in stand konden blijven. De Raad constateert dat de rechtbank het beroep tegen het besluit van 12 september 2000 gegrond heeft verklaard en de eigen bijdrage heeft vastgesteld op fl. 5,00 per week, wat overeenkomt met € 2,27.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Aangezien er geen procesbelang meer is voor appellante bij de beoordeling van het hoger beroep, heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft ook opgemerkt dat de argumenten van appellante met betrekking tot de eigen bijdrage in het jaar 2000 en orthopedisch schoeisel buiten beschouwing moeten blijven, omdat deze niet relevant zijn voor de jaren waar het geding om draait.

De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in hoger beroep en de voorwaarden waaronder een hoger beroep ontvankelijk kan zijn. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, wat gebruikelijk is in gevallen waar het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

03/6068 AWBZ + 03/6069 AWBZ
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellante], wonende te [woonplaats], appellante,
en
OWM Zilveren Kruis Ziekenfonds U.A., gevestigd te Rotterdam, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 13 november 2003,
reg.nrs. Awb/8117 en 02/1774.
Gedaagde heeft een verweerschrift ingezonden.
Het geding is behandeld ter zitting van de Raad van 25 januari 2006, waar appellante niet is verschenen en waar gedaagde zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. M.B. Gschwind.
II. MOTIVERING
Bij besluit van 15 maart 1999 heeft gedaagde de eigen bijdrage thuiszorg over 1997 definitief vastgesteld en bij besluit van 23 maart 1999 de in 1999 verschuldigde eigen bijdrage thuiszorg.
Bij besluit van 19 juli 2000 heeft gedaagde de door appellante tegen deze besluiten gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij besluit van 12 september 2000 heeft gedaagde het besluit van 19 juli 2000 ingetrokken onder mededeling dat de besluiten van 15 maart 1999 en 23 maart 1999 niet in stand kunnen blijven en dat het tegen deze besluiten ingestelde bezwaar alsnog gegrond wordt verklaard.
De rechtbank heeft geoordeeld dat sprake was van een situatie als bedoeld in artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en met toepassing van artikel 6:19 van de Awb het beroep mede gericht geacht tegen het besluit van
12 september 2000.
Gedaagde heeft ter zitting van de rechtbank erkend dat in het besluit van 12 september 2000 de eigen bijdragen thuiszorg over 1997 en 1999 niet expliciet zijn genoemd.
Appellante heeft ter zitting van de rechtbank verklaard dat zij over de hier in geding zijnde jaren, 1997 en 1999, een bedrag van fl. 5,00 per week heeft betaald als eigen bijdrage thuiszorg.
De rechtbank heeft het beroep tegen het besluit van 12 september 2000 gegrond verklaard, dit besluit vernietigd en met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, Awb bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. De eigen bijdrage voor thuiszorg heeft zij vastgesteld op fl 5,00 (€ 2,27) per week.
De Raad constateert dat volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Aangezien niet blijkt welk belang appellante nog heeft bij de beoordeling van het hoger beroep zal het hoger beroep wegens ontbrekend procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
Hetgeen appellante in hoger beroep naar voren heeft gebracht over de eigen bijdrage in het jaar 2000 gaat de omvang van het geding, dat uitsluitend betrekking heeft over de jaren 1997 en 1999, te buiten en dient derhalve buiten beschouwing te blijven, Het zelfde geldt voor hetgeen appellante heeft aangevoerd met betrekking tot orthopedisch schoeisel.
Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de Raad geen aanleiding.
Beslist wordt als volgt.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. M.I. ’t Hooft als voorzitter, en mr. R.M. van Male en Prof. mr. A.Q.C. Tak als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier en uitgesproken in het openbaar op 20 februari 2006.
(get.) M.I. ’t Hooft.
(get.) R.L. Rijnen.