ECLI:NL:CRVB:2006:AV2180
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H.G. Rottier
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid door eigen toedoen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de weigering van een WW-uitkering aan gedaagde, die door eigen toedoen geen passende arbeid heeft behouden. Gedaagde was in dienst als beveiligingsmedewerker bij [naam BV] en zijn dienstverband eindigde omdat de vereiste toestemming van de politie voor het uitoefenen van deze functie was ingetrokken. Deze intrekking was het gevolg van een strafrechtelijke veroordeling die gedaagde had opgelopen in verband met een burenruzie. Gedaagde had op 18 januari 2004 een aanvraag voor een WW-uitkering ingediend, maar deze werd op 12 februari 2004 geweigerd. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) stelde dat gedaagde verwijtbaar werkloos was geworden, omdat hij zich had gedragen op een manier die leidde tot zijn ontslag.
De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat er geen sprake was van verwijtbare werkloosheid, omdat de dienstbetrekking was geëindigd door het verstrijken van de tijd waarvoor deze was aangegaan. De rechtbank oordeelde ook dat gedaagde niet verweten kon worden dat hij door eigen toedoen geen passende arbeid had behouden, omdat zijn dienstverband met [naam BV] nog niet bestond op het moment van de strafbare feiten.
De Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak echter vernietigd. De Raad oordeelde dat gedaagde zich had moeten realiseren dat zijn strafrechtelijke verleden risico's met zich meebracht voor zijn werk in de beveiligingsbranche. Door de risico's te negeren en de arbeidsovereenkomst aan te gaan, had gedaagde het risico genomen dat zijn dienstverband niet verlengd zou worden. De Raad concludeerde dat de werkloosheid in overwegende mate aan gedaagde kon worden verweten, waardoor de weigering van de WW-uitkering gerechtvaardigd was. De Raad heeft het hoger beroep van het UWV gegrond verklaard en het beroep van gedaagde ongegrond verklaard.