ECLI:NL:CRVB:2006:AV1183
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor kosten in verband met juridische procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 januari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk. De appellant had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand ter dekking van kosten zoals kopieer-, telefoon-, reis- en verblijfskosten die hij had gemaakt in verband met zijn juridische procedures. De Raad heeft vastgesteld dat de aanvragen om bijzondere bijstand zijn afgewezen door gedaagde, en dat de rechtbank Zutphen de beroepen van appellant tegen deze afwijzingen ongegrond heeft verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat volgens artikel 39, eerste lid, van de Algemene bijstandswet (Abw) alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als de aanvrager niet over de middelen beschikt om noodzakelijke kosten van het bestaan te dekken. De Raad oordeelt dat de kosten die appellant heeft gemaakt in het kader van zijn juridische procedures niet kunnen worden aangemerkt als noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De Raad wijst erop dat appellant veelvuldig procedeert zonder zich af te vragen of deze procedures kans van slagen hebben, en dat de financiële gevolgen van dit procederen voor zijn eigen rekening komen.
De Raad heeft de aangevallen uitspraken van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien om gedaagde in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak benadrukt het belang van de beoordeling van de noodzaak van kosten in het kader van de bijstandsverlening en de verantwoordelijkheden van de aanvrager.