ECLI:NL:CRVB:2006:AV0864
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. ’t Hooft
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- R.H. de Bock
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op vergoeding plastisch chirurgische behandeling op basis van Ziekenfondswet
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. B.C.A. Reijnders, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin haar verzoek om vergoeding van een plastisch chirurgische behandeling werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 7 december 2005, waarbij zowel appellante als gedaagde, vertegenwoordigd door mr. N. Dams-van der Heijden, aanwezig waren. De kwestie draait om de vraag of appellante recht heeft op vergoeding van een mamma-augmentatie op basis van een esthetische indicatie, na eerdere operaties aan haar linkerborst in verband met een bindweefselafwijking.
De Raad heeft vastgesteld dat de plastisch chirurg prof. dr. W.D. Boeckx in 2001 namens appellante een verzoek om toestemming voor de behandeling heeft ingediend, waarbij hij een lelijk litteken als reden aanvoerde. De rechtbank had het beroep tegen het besluit van gedaagde ongegrond verklaard, en appellante heeft in hoger beroep haar standpunt gemotiveerd verdedigd. De Raad heeft de relevante medische adviezen en rapporten in overweging genomen, waaronder twijfels over een verhoogd risico op maligne ontaarding in de linkerborst, die door dermatologen zijn weerlegd.
Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat gedaagde terecht de aanvraag van appellante heeft afgewezen, omdat niet voldaan werd aan de criteria zoals gesteld in de Regeling medisch-specialistische zorg Ziekenfondswet. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 11 januari 2006 door de voorzitter en de leden van de Raad, in aanwezigheid van de griffier.