ECLI:NL:CRVB:2006:AV0852
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering WAO-uitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, die na een auto-ongeval op 1 juni 1999 met whiplash-klachten volledig is uitgevallen. Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt herhaald dat de weigering van de uitkering onterecht was. De Centrale Raad van Beroep heeft het medisch onderzoek dat door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) is uitgevoerd, kritisch beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaarverzekeringsarts J.L. Waasdorp op basis van de beschikbare gegevens tot de conclusie is gekomen dat het primaire besluit om de uitkering te weigeren adequaat en zorgvuldig was. Appellant heeft echter ook rapporten ingebracht van verschillende artsen die zijn klachten ondersteunen.
De Raad heeft de rapporten van de neuroloog/psychiater C.J.F. Kemperman en de klinisch psycholoog C.H.J. Hoogstraten in overweging genomen. Kemperman heeft in zijn rapport aangegeven dat appellant gedurende de eerste 52 weken na zijn uitval gedeeltelijk door ziekte of gebreken niet in staat was om arbeid te verrichten. De Raad heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit, dat was gebaseerd op de conclusie dat appellant geen arbeidsongeschiktheid had, niet stand kan houden.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellant gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het bestreden besluit van het Uwv vernietigd. De Raad heeft bepaald dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.449,--, en moet het griffierecht vergoeden.