ECLI:NL:CRVB:2006:AV0698
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2006 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De opposant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, maar dit hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De opposant, wonende in Marokko, diende op 8 augustus 2005 een verzetschrift in, waarin hij aangaf dat hij problemen ondervond bij het betalen van het griffierecht en het versturen van post naar Nederland. Hij had uiteindelijk het verschuldigde bedrag meegegeven aan een Marokkaanse inwoner van Nederland om de betaling te verrichten.
Tijdens de zitting op 16 december 2005 zijn beide partijen niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet tijdig was betaald en dat de opposant in zijn verzet geen argumenten heeft aangedragen die erop wijzen dat hij niet in verzuim was. De Raad heeft de toepasselijke artikelen van de Beroepswet en de Algemene wet bestuursrecht in overweging genomen en geconcludeerd dat het verzet ongegrond is. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. J. Janssen als voorzitter, bijgestaan door mr. G.J.H. Doornewaard en mr. J. Brand als leden, en griffier M.H.A. Uri. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 27 januari 2006.